Tijdens het vijfde #Utrecht2030 debat in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen stond de rol die onderwijs kan spelen in het scheppen van gelijke kansen centraal.
De Onderwijsinspectie bracht in 2017 hun ‘Staat van het Onderwijs’ uit en een van de kernpunten daarin was dat er door te grote verschillen tussen scholen veel maatschappelijk talent onbenut bleef. Dat is maatschappelijk kwalijk en op persoonlijk vlak dramatisch. Reden voor de Mensenrechtencoalitie Utrecht – inhoudelijk verantwoordelijk voor deze aflevering in de reeks verkiezingsdebatten – om drie sprekers uit te nodigen die een visie hebben op hoe onderwijs wél gelijke kansen creëert.
De aftrap werd verzorgd door Mohammed Saiah. In een persoonlijk verhaal stipte hij de belangrijke rol die motiverende docenten kunnen hebben aan, wees hij op de moeilijkheden die jongeren die in achterstandswijken opgroeien kennen doordat ‘zwakke scholen’ hun leerlingen niet uitdagen het beste uit zichzelf te halen, en had hij verschillende malen de lachers op zijn hand toen hij zijn verwondering beschreef tijdens kennismakingen met de ‘andere wereld’.
Als kandidaat-raadslid wil hij zich sterk maken voor jongeren zoals hij vroeger was. Onder meer door een aantal concrete maatregelen:
maatwerk voor leerlingen, kleinere klassen, brede brugklassen, MBO vakken kunnen volgen als je VMBO doet, betere aansluiting tussen onderwijs typen, MBO studenten ook zo noemen, vakmanschap aantrekkelijk maken en schooluitwisseling.
Veel van die punten kwamen ook terug in het publieke interview met Ilja Klink, hoofd Kennis en Innovatie bij de Onderwijsinspectie, en in de presentatie van Micha de Winter, hoogleraar Educatie en Pedagogiek aan de Universiteit Utrecht. De Winter bepleitte het Utrechtse initiatief van de Stadsschool dat segregatie tegengaat omdat leerlingen van verschillende scholen elkaar zo ontmoeten. Volgens hem moet onderwijs gaan over het geven van hoop. Over de vorming van leerlingen die als volwaardige burgers in onze samenleving mee kunnen doen. De Onderwijsinspectie zou daarom niet alleen data (taal- en rekenvaardigheden) moeten meten, maar scholen op andere punten kunnen beoordelen. Klink moedigde de aanwezige docenten en schoolbestuurders aan daar ook op aan te dringen bij overheden.
Het publiek in ‘t Hoogt kon de hele avond mee doen in het publieke gesprek door middel van padlet (hier terug te lezen). Aanwezige kandidaat raadsleden Peter ter Corler (GroenLinks), Lucas Roorda (PvdA) en Ellen Bijsterbosch (D66) reageerden op de aangedragen punten en zegden toe zich hard te maken voor terugdringing van krimpende budgetten om taalachterstanden weg te werken, en algemener, om van Utrecht inderdaad de onderwijsstad voor iedereen te maken.
Aan het einde van de avond kwamen deze punten als leidraad naar een toekomstig onderwijsveld naar voren:
- Iedereen kan het verschil maken
- Het ontwikkelen van empathie en burgerschap in VO, maar ook MBO, HBO en universiteit is belangrijk voor onderling begrip en samenwerking
- MBO studenten niet langer als leerlingen bestempelen. Zien als volwaardige deelnemers van Utrechtse studentenleven
- Betere aansluiting van verschillende niveaus op elkaar
- Onderwijsinspectie mag kansengelijkheidsbeleid opnemen als criterium voor goede school.
- Gemeente mag meer voortouw nemen in bestrijden van ongelijkheid in onderwijs.
- Stimuleer etnische diversiteit in personeelssamenstelling op scholen en opleiding om voorbeeldfunctie te vergroten.
- Zelfwaardering van de leerling/student is belangrijk: school kan hier aan bijdragen, maar dit dient ook breder opgepakt te worden.
- Structurele ontmoeting en samenwerking tussen scholen.